Betwixt en between, de liminale fase

oftewel; het hangen in het ondertussen.

Veranderen is eigenlijk heel natuurlijk, de wereld ziet er niet meer zo uit als in de jaren ’50, ’60 en zelfs de beginjaren van 2000 ten opzichte van de laatste jaren zien er duidelijk anders uit. Het is een redelijke geleidelijke verandering geweest.

Zodra veranderingen geleidelijk gaan hebben we nog een gevoel van controle. We hebben er wel een mening over, maar er is het gevoel dat jij of anderen ‘het’ onder controle kunnen hebben. Ons brein houdt namelijk van wat het al kent. Van wat vertrouwd is en veiligheid biedt. Althans, lijkt te bieden. Dus als je het aan je brein overlaat, dan wil het het liefst terug naar de rol die je al had waarvan je wist dat je hem beheerste. Dit verschijnsel zie je als iemand een nieuwe functie krijgt. Of, zoals nu, terug naar het bekende leven als voorheen; op visite kunnen en op een terrasje kunnen zitten.

En nu dan? Vanaf maart 2020 tot nu is er verandering geweest. Niet geleidelijk, wat we wel natuurlijk achten, maar verandering door iets uit de natuur. Het coronavirus. Hoe gaan we om met de veranderingen die ons te wachten staan? Hoe hangen we in het ‘ondertussen’ nu ons brein ons code ‘rood’ geeft en ons navigatiesysteem zegt ‘keer om indien mogelijk!’

betwixt en between

Wellicht dat een kijkje in de keuken bij de wetenschap als antropologie ons wat meer richting kan geven.

Liminaliteit, kende je dit woord? Een prachtig keyword voor een magische fase in leer -en veranderprocessen. Liminaliteit komt van het woord liminaal, wat overgangsfase betekent. Ook het woord ‘limit’ zie je terug als zijnde een grens. Liminaliteit gaat over de status waarin je bent als je tussen twee rollen of situaties in zit. Het gaat over de fase waarin je het een niet meer bent en ook nog niet helemaal het andere. Het is de fase van de tussentijd. De fase van waarin je bent op de drempel van het bewustzijn. De fase die onzeker, onrustig en ongemakkelijk voelt. En die tegelijkertijd zo keihard nodig is om te leren.

In Centraal Afrika zijn er volken die gebruik maken van overgangsrituelen. Denk maar rituelen bij geboorte, dood, huwelijk of toetreden tot een dorp. Een goed voorbeeld is het ritueel dat de jongetjes daar ondergaan om van A naar B te gaan. Van jongetje naar man. De fase van pubertijd wordt ook gezien als een liminale fase. Een puber is immers geen kind meer, maar ook nog geen volwassene.

Ze worden het dorp uit verdreven van hun ouders, bloot en barefoots. Onder leiding van een sjamaan gaan ze een paar dagen het oerwoud in. Hier leren ze met pijl en boog te schieten, jagen, de verhalen van hun voorouders kennen en leren het zelf te vertellen. Ze ondergaan allerlei fysieke beproevingen. Sommige zijn echt heftig!

Terug in het dorp moeten ze de proeven van bekwaamheid afleggen, een soort examen. In het amazone gebied moeten deze jongeren bijvoorbeeld door brandend vuur heen lopen of door een rivier waden. Je moet laten zien dat je volwassenwaardig bent.

Je bent eerst een jongetje, dan ben je een tijdje ‘niks’ en dan ben je volwassen. In drie stappen tot verandering, van oude situatie naar een overgangssituatie (het grote niks) naar een nieuwe situatie die je gaat ontmoeten.

De liminale fase dus, je gaat een levensgrens over. Het grote ondertussen, als betwixt en between, je komt uit het oude en je gaat het nieuwe toe. Alsof de ene kant je heeft losgelaten en de andere kant je nog niet heeft gevangen.

Deze coronatijd lijkt veel op deze liminale fase. Het grote onzekere niks.

 

Bron: Braun, D. website; Academie voor organisatiecultuur en 2knowhow