De tor wilde wanhoop hebben. Echte wanhoop. “Mijn wanhoop is schijnwanhoop, sprinkhaan,“ zei hij. “Ik maak mijzelf maar wijs dat ik wanhopig ben. Ik ben het niet.” Hij keek de sprinkhaan zo verdrietig aan dat die zijn ogen neersloeg en op de vloer een paar stofjes zag die hij na het vertrek van de tor wilde opvegen.“ik ben in werkelijkheid juist heel blij” zei de tor. Hij greep de sprinkhaan bij zijn schouders en zei: “Het zou ook anders moeten heten wat ik voel. Niet wanhoop. Maar wamhoop of zoiets. Ik voel me wamhopig.”

wamhoop2Hij liet de sprinkhaan weer los, begon te huilen, rukte zijn schild van zijn rug en smeet het zo hard tegen de grond dat het barstte. “Allemaal schijn, sprinkhaan” zei hij, “die tranen, dat tegen de grond smijten van mijn schild, dit knakken van mijn voelsprieten…”Hij knakte zijn twee voelsprieten voor het gezicht van de sprinkhaan en leek wel te dansen van pijn. “Schijnpijn” jammerde hij. “Pijm.

De sprinkhaan keek in een van zijn kasten en kwam terug met echte wanhoop. De tor bekeek het zwarte spul en vroeg:” Is het wel zuivere wanhoop? “Zonder berusting?” “Ja”, zei de sprinkhaan, “zuivere wanhoop zonder berusting of een sprankje hoop.”

De tor drukte de wanhoop tegen zich aan. Hij leek wel te stralen en fluisterde: “Nu ben ik echt wanhopig, nu vind ik het leven dus pas echt uitzichtloos.” Hij maakte een kleine danspas en zei: ”De toekomst houdt nu niets goeds voor mij in, sprinkhaan.”

“Nee”, zei de sprinkhaan, die nog nooit wanhoop had verkocht en zich verbaasde over de danspas. De tor boog zijn hoofd en ging zonder verder nog iets te zeggen, met de wanhoop onder zijn ene en zijn kapotte schild onder zijn andere arm, de winkel uit. De sprinkhaan tilde de schijnwanhoop, die de tor op de toonbank had achtergelaten, voorzichtig met twee vingers op en zette hem ergens achteraan op de bovenste plank van een kast. Die verkoop ik niet. Dit neem ik mee naar het feest van de sabeltijger, als ik zie dat er een vlekje op mijn gouden jas zit. Dan zeg ik dat ik mij hevig schaam en oprecht wamhopig ben.

Uit de bundel Dierenverhalen vol hoop van Toon Tellegen

 

 

Het is bedoeld voor kinderen, maar zo vol met beeldspraak dat je toch even goed moet lezen. Wat ik er o.a uithaal zijn de woorden die gegeven worden aan emotie en het gevoel gekoppeld aan het woord. Taal heeft ons in staat gesteld om emoties te benoemen. Of krijg je emoties van taal? Is emotie een toestand van gevoel of is het een drijfveer voor handelen? Een mop kan je doen lachen, boosheid aanzetten tot slaan, taal doet iets met je. Zou zonder taal geen emotie bestaan? Leer je door taalgebruik emotie aan of is het aangeboren. Zouden ze in ieder land dezelfde emoties kennen?

Naar emoties zijn veel studies verricht. Izard zegt dat er zes universele emoties bestaan: interesse, vreugde/geluk, droefheid, woede, afgrijzen en angst. Deze uitdrukkingen worden overal ter wereld herkent, maar is natuurlijk niet helemaal compleet. Wat dacht je van optimisme, verrassing, verdriet, afkeer, liefde, spijt, teleurstelling, agressie, minachting….Ken jij er nog een paar?

In onze hersenen hebben we twee verschillende systemen die we gebruiken om emoties te verwerken.

Allereerst het onbewuste systeem; Dit is een emotioneel systeem met een snelle respons, werkt grotendeels op het onbewuste niveau, waar het de binnenkomende prikkels (wat je voelt, hoort, ziet of ruikt etc) controleert en zorgt dat je snel reageert nog voordat ze je bewustzijn bereiken. Het is een waarschuwingssysteem (behoed ons voor gevaar)! Een soort automatische verbinding waar je niet over hoeft na te denken. Dit systeem is (helaas) in staat om heel snel nieuwe emotionele belevingen aan te leren. Ben je eenmaal gebeten door een hond, zal je de volgende keer automatisch een angstreactie ervaren. Angst vind ik zelf de meest verlammende emotie die een mens kan hebben. Het onbewust systeem vergeet namelijk niet snel!

Dan nog het bewuste systeem; Dit systeem maakt gebruik van bewuste verwerking van emoties en gaat veel langzamer dan de onbewuste zenuwbanen, maar is grondiger en doelbewuster. De verwerking in het hersengebied ligt op een ander plek dan het onbewuste systeem. Daardoor kan een fobisch persoon angst voelen hoewel hij “weet” dat het niet nodig is. Vervelend dus als je je bewust wordt en last hebt van je eigen ontwikkelde brein. Je kunt er bijvoorbeeld last van hebben als je een toespraak moet houden of het zorgt voor opwinding als je in de Bouster stapt op de kermis.

Door prachtige neurologische verbindingen hebben beide systemen ook nog eens interactie met elkaar, waardoor ze elkaar beïnvloeden. Denk aan de knoop in je maag bij examens. Misschien als je dit leest krijg je ook wel die knoop in je maag!

Als je huisdieren hebt zie je dat zij ook elementaire emoties hebben, dus taal is niet altijd een voorwaarde voor het hebben van emoties lijkt mij. Het is wel een enorme last dat wij mensen juist wel beschikken over een ontwikkeld brein, waarin taal zo’n groot bezit van ons neemt. We kunnen onszelf programmeren met taal en daar gaat het soms ook fout, maar we kunnen er ook gebruik van maken, zodat we onze gevoelens en gedrag kunnen sturen.

Je kunt bijvoorbeeld zelf dagelijks in de spiegel experimenteren. Zeg eens tegen jezelf dat je er goed uitziet, dat die deal je gaat lukken vandaag of dat je plezier gaat hebben in wat je van plan bent vandaag. Jezelf moed inpraten is dus zo gek nog niet. Als je hardop verklankt gaat taal ook je auditieve geheugen in en gebruik je je hersenen effectief en positief.

Kan je je onbewuste  sturen? Jazeker, in mijn beleving wel! Als je geen willoos slachtoffer wil zijn van je onbewuste emoties zijn er technieken voor de bewuste zenuwbanen om je eigen denk e/o gedragspatronen te doorbreken. Soms ben je als het ware gehypnotiseerd door je herinneringen/emoties. Natuurlijk wil je het niet, maar bied er maar eens weerstand tegen. Met wat hulp kan je zelf de regie over je eigen brein hebben!

Praat jij jezelf wel een moed in? Spreek jij jezelf weleens toe? Ik ben benieuwd hoe jij dat doet, laat het weten in een reactie hieronder!